Deelname aan internationale tornooien

Lees onderaan ook over wereldbekertornooien, EK, WK en OS.

Kwalificatietornooien

Kwalificatietornooien moet je zien in onze Belgische context (en bij uitbreiding in nationale context): onze Federatie beschouwt een aantal tornooien als kwalificatief voor de Wereld- en Europese Kampioenschappen (WK en EK). Op dit moment hebben die tornooien een gelijkaardig niveau: het zijn Europese circuittornooien of wereldbekertornooien (A-tornooien) of Franse en Duitse circuittornooien senioren (B-tornooien). Met betrekking tot de vereisten om aan die tornooien op een gunstige manier te kunnen deelnemen, is de term 'kwalificatietornooi' (afgekort 'Q-tornooi') een zinvolle aanduiding van waar het hier ook om gaat.

Verschillen met 'gewone' tornooien:

Materiaal

Volgende zaken heb je nodig, en dienen in perfecte staat te zijn:

Voor wereldbekertornooien en Duitse nationale circuits junioren/senioren: 

Elektrische vest met je naam en 'land-code' (BEL voor ons) in koningsblauwe letters, tussen 8 en 10 cm hoog, in schreefloos lettertype (een schreef is zo'n klein streepje aan het uiteinde van de samenstellende delen van een letter) (zie Bedrukken van schermvest). Het moet voldoende geleidend zijn; als er roestvlekken op zitten, of delen van de brokaatstof afgesleten zijn, moet je ervan uitgaan dat de vest afgekeurd zal worden.

Diverse tips

Duren deze tornooien twee dagen?

De aandachtige lezer zal op de diverse tornooipagina's, zeker bij de cadetten, zien dat er vaak twee dagen geschermd wordt. Dat is dan doorgaans een dag individueel, en een dag per ploeg. Wij proberen in de mate van het mogelijke steeds inderdaad de twee dagen te schermen. Voor een kleine meerkost (1 overnachting, 1 avondmaal, 1 inschrijvingsgeld ploeg gedeeld door 3 à 4) doen de schermers heel wat meer ervaring op, en bovendien in de meestal heel leuke context van ploegenwedstrijden.

De opvolg-vraag die we dan meestal van de ouders krijgen: wat met het schoolwerk? Antwoord: naarmate het aantal deelnemende schermers gestegen is, heeft zich een mooie 'huiswerkcultuur' ontwikkeld, waarbij een groot deel van de schermers in groep tijd uittrekt om voor school te werken, in plaats van zomaar wat rond te hangen op een plaats waar meestal toch weinig te beleven valt. Daarrond worden de schermers steeds verondersteld hun combinatie schoolwerk/tornooi goed te plannen. Wij hebben daarover tot nu toe heel weinig klachten gehad. Als bonus lopen er binnen de begeleidersgroep wel een aantal mensen rond die zich actief interesseren voor het schoolwerk van de jongeren, en op tijd en stond kritische vragen stellen om naar de kennis van de schoolgaande jeugd te peilen.

Kosten

De kosten voor deelname aan kwalificatietornooien vallen uiteen in volgende componenten:

Wereldbekertornooien

Wereldbekertornooien zijn tornooien die ingericht worden onder rechtstreeks toezicht van de FIE, en die aan de deelnemers punten kunnen opleveren voor de officiële wereldranglijst junioren of senioren. Je kan altijd een volledige lijst van die tornooien terugvinden op de website van de FIE, http://fie.org.

Het FIE-reglement beperkt het aantal deelnemers per land per tornooi. In principe mogen 12 schermers per land meedoen (8 aan een Grand Prix). Het land dat een tornooi organiseert, mag in zijn eigen tornooi 20 schermers afvaardigen, plus indien mogelijk en indien nodig een aantal extra schermers om het totale deelnemersaantal op een geheel veelvoud van 7 te brengen. Schermers kunnen uitsluitend door hun nationale federatie ingeschreven worden, en de correcte procedure dient daarbij gevolgd te worden (wat onder meer een limietdatum voor inschrijving van enkele weken voor het tornooi inhoudt). Verder legt de FIE geen beperkingen op.

De nationale federaties kunnen verdere normen opleggen om te bepalen wie zij wel of niet inschrijven. De Belgische Federatie doet dat ook. Er bestaat een reglement om te bepalen wie mag deelnemen aan wereldbekertornooien, EKs en WKs. Voor de Olympische Spelen worden bovendien normen opgelegd door het BOIC.

Het kwalificatiereglement van de Belgische Federatie kan je terugvinden op hun website. Dat reglement wordt regelmatig aangepast. Iedereen die aan dergelijke tornooien deelneemt, wordt geacht al voldoende ervaring en achtergrond te hebben om te begrijpen waarover het gaat, en je kan ook best op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen.

Deelname aan EK, WK en OS

Bovenstaande evenementen zijn kampioenschappen die ingericht worden onder de vlag van respectievelijk EFC + FIE, FIE, en FIE + IOC. Aangezien de FIE bij elke organisatie betrokken is, kan je altijd een volledige lijst van die kampioenschappen terugvinden op de website van de FIE, http://fie.org.

De reglementen van de verschillende organiserende instanties beperken het aantal deelnemers per land per kampioenschap. Voor deelname aan EK en WK leggen de organiserende instanties geen andere beperkingen op. Voor de OS is het aantal startplaatsen beperkt, en gelden ingewikkelde selectieregels om ervoor te zorgen dat alle continenten voldoende vertegenwoordigd zijn. Voor al die kampioenschappen kunnen schermers uitsluitend door hun nationale federatie (of voor de OS door het BOIC) ingeschreven worden, en de correcte procedure dient daarbij gevolgd te worden.

Korte inhoud van het reglement: er is een Belgische ranglijst per wapen en per leeftijdscategorie. Punten worden toegekend aan schermers op basis van resultaten die ze behalen op vooraf aangeduide tornooien, de zogenaamde kwalificatietornooien. Het overzicht van alle kwalificatietornooien per seizoen vind je in de kwalificatiekalender. Het aantal punten dat je voor een bepaalde prestatie ontvangt, staat gespecificeerd in het kwalificatiereglement. Omdat "kwalificatie" zo'n lang woord is, korten we dat vaak af met een "Q", dus "Q-tornooi", "Q-kalender", "Q-reglement", etc.